Saai. Comedy geschreven
door Thl. ***
Hij stond in de deur die uitzicht gaf op de tuin en
keek naar de groene blaadjes aan de bomen en de vele takken en takjes
die daar aan zitten. De takken zaten heel gezellig dicht bij elkaar,
alsof ze niets beters te doen hadden. De blaadjes waren heel erg groen,
van dat echte groen, alsof het nog lente was midden in de zomer. Zoals
bijna elke morgen zat een vogeltje voor hen een liedje te zingen dat
uit drie tonen bestond die steeds herhaald werden. Hoogst waarschijnlijk
door hem nagezongen uit partituren van bekende drie woord popzangers.
Dat vogeltje staat al niet zo goed bekend, Biedief heet het, dat zegt
al genoeg!
Hij vroeg zich af of Brein hier niet
zou moeten ingrijpen, daar dit ondermijnend is voor de auteursrechten
wetgeving.
Hij keek naar de blauwgrijze hemel en zag een helder wit wolkje voorbij
komen. Gelijktijdig met het wolkje kwam een gedachte voorbij drijven
in zijn hoofd van een vriend die gisteravond vertelde dat hij me weleens
saai vond en dat hij dacht dat ik overal wel als saai bekend zou staan.
Uit ervaring weet ik dat kritiek van een goede vriend goed bedoeld is.
Ik werd er dan ook niet boos om.
Vol ijver wilde ik er zo vlug mogelijk wat aan doen en ging daarom meteen
een stukje lopen. Een goed begin is immers het halve werk. Ik besloot
eens naar de stoplichten te gaan kijken. Dat is niet zover, de eerste
staat hier juist om de hoek. Het is niet zo duur, bijna gratis zou je
kunnen zeggen, want toen ik naar het rode licht keek en het van de straatkant
af wilde kijken hoe het er daar uitzag, kwam er een agent naar me toe
van de overkant en hij vroeg of ik het stoplicht niet gezien had voor
voetgangers,. Ik zei "daar kwam ik nu juist voor mijnheer, het is prachtig
rood, het gaat dadelijk groen worden en dan mag je pas oversteken tot
het oranje wordt".
"Heel goed van U mijnheer" zei de agent, die me aankeek alsof mijn nummerbordverlichting
het niet deed. "Er is dus duidelijk moedwil in het spel" zei de Agent
en pakte zijn notitieboekje en potloodje en begon te vragen hoe ik heette
en waar ik woonde. Belangstellend vroeg ik hem of hij ook een spotter
was, en zijn antwoord verbaasde mij even toe hij zei: "nee, maar jij
wel en dat kost je 20€, contant te voldoen! Anders ga je even mee naar
het bureau, Eerst wilde ik hem nog vragen of daar dichtbij ook bijzondere
stoplichten stonden, maar bedacht me op tijd dat ik maar juist twintig
euro had en niet nog meer wilde uitgeven vandaag aan mijn nieuwe hobby.
Ik betaalde het gevraagde bedrag, dat
zonder het bekende "dank U wel" dat mijn moeder mij had ingeprent in
ontvangst werd genomen ik kreeg er een nog waardelozer stukje papiertje
voor in de plaats.
Plotseling voelde ik een aandrang en liep zo goed en zo kwaad als het
ging naar huis zonder me nog om de agent te bekommeren, gelukkig voor
mij, was het niet ver! Toen ik ondanks al mijn haast nog even omkeek,
zag ik dat de agent me vreemd nastaarde, ik dacht nog even met schrik:
"als hij me maar niet saai vind". Ondertussen flitste mij door het hoofd
dat ik voor deze "ziekte", want dat dacht ik vroeger! naar de dokter
moest en wat later naar een psycholoog was geweest, omdat ik niet geloofde
wat de dokter me verteld had. Maar de psycholoog vertelde uiteindelijk
het zelfde. Ik had geen ziekte, het zou het gevolg van normale genetische
overerving zijn die men in de wetenschap ook wel eens "Primitieve oer
aandrang" noemt.
De Latijns naam ben ik niet vergeten, maar onder het uitspreken ervan
heb ik al twee maal mijn tong gebroken en om er nogmaals mee in het
gips te lopen heb ik geen zin.
Maar buiten dat, als twee knappe koppen dat zo uitleggen dan is mijn
twijfel wel verdwenen, vooral omdat beide erbij vertelden, A: dat ze
er zelf ook wel eens last van hadden en B: dat zelfs een president,
minister en zelfs een koning er ook wel eens problemen mee hebben. Haastig
liep ik naar de voordeur, gelukkig had ik deze keer de goede sleutel
bij de hand, sneller nog ging ik door de tweede deur, die van het kleinste
kamertje. Ik zette de bril op, want die had ik niet nodig. Liet mijn
pantalon en veter op mijn hielen vallen en nam de voor deze sport geëigende
houding aan.
Uit ervaring wist ik dat het even ging duren.
Om te voorkomen dat het saai zou worden
keek ik naar het plafond. De lamp die daar hing brandde, maar gaf weinig
licht zoals een goede spaarlamp betaamt. Het was immers niet voor niets
een spaarlamp. Van sparen wordt men rijk volgens de tv spots, daarboven
is het goed voor het milieu! Er zit kwik in dat in dat milieu vanzelf
verdwijnt als hij kapot gaat. Meestal probeer ik dan even de adem in
te houden, dat lukt me heel goed omdat ik toch kortademig ben van het
vele spotten op drukke kruispunten. Kortweg gezegd heb ik overal om
deze redenen spaarlampen en ook omdat lampen met enkel maar een gloeidraad
erin uit de handel zijn genomen wegens secundaire milieuvervuiling.
Bij dit type lamp hoefde je geen ademhalingsoefening te doen. "Het gemak
dient de mens, maar doet hem ook de das om" zeg ik maar. Deze had ik
ooit zelf bedacht hij doet het goed bij koud weer, (even en grapje van
me).
Ondertussen wachtte ik af. Nee, niet alleen op dat "rijk" worden. Nou
zult U zeggen denk ik zo, "hoe bent U tot die gekkigheid gekomen". Mijn
antwoord kan heel kort en duidelijk zijn. De dokter zei me dat ietsjes
meer bewegen, bijvoorbeeld door een lichte sportieve inspanning mij
goed zou doen, omdat die aandrang maar eens in de vier of vijf dagen
kwam. Naar zijn zeggen zijn er vele mensen die er een tot twee keer
per dag last van hebben, "O wat vreselijk" dacht ik! Meteen toen ik
dit hoorde voelde ik me al een stuk opgelucht.
Hij kwam tot die uitspraak om meer te bewegen, toen hij constateerde
dat mijn buik aanvoelde alsof er aanmaakhout voor een barbecue in zat.
Het werd ook mij duidelijk dat ik wat meer aan sport moest gaan doen
voor een betere conditie. De daad bij het woord voegend ging ik de dagen
na het dokters bezoek dan ook flink naar het voetballen zitten kijken.
Toen ik na veel getoeter en vele wedstrijden geen resultaat zag noch
voelde, heb ik naar de vele andere mogelijkheden uitgekeken.
Na wat zoeken kwam ik op internet bij een geheim forum terecht met een
levendige discussiegroep. Op internet kun je soms heel nuttige dingen
vinden door wat te Google of te Bingen. U begrijpt al wel dat de sport
die ik nu beoefen niet alledaags is. Kijk, er zijn Bangscheiters, Kakkers
en Schoonscheiters. Laat ik nu op het geheime forum van Schoonscheiters
terecht komen met vele afgebeelde resultaten en uitgebreide toelichtingen.
Ik zag meteen dat ik geheel voldeed aan de eisen die gesteld worden
bij deze toch niet al te gemakkelijke sportieve bezigheid en dat maakte
me ondanks alles toch wel enigszins blij. Ik schreef me dus in en kon
meteen beginnen. De eerste oefening leek heel moeilijk, maar viel wel
mee. Het betrof een zin in de Chinese taal, met vier of vijfstaafjes
recht en krom op een bepaalde manier over en op elkaar met enkele vlaggetjes
eraan, maak je al een zin die in het Nederlands uit wel vijf woorden
bestaat dat is reuzen interessant!
Jammer genoeg zijn er maar weinig bewegingen nodig bij zoveel woorden
in een teken en de bedoeling was dat ik juist meer zou bewegen voor
mijn gezondheid. Nu ben ik dus met het schrijven van POEPS bezig, een
gewoon Nederlands woord, maar echt iets voor gevorderde schoonscheiters,
niet makkelijk en het vraagt heel veel beweging en precisie. Onder al
dat gepraat heb ik het gevoel dat ik klaar ben met schrijven en het
nu af heb, excuseer me even. "Oeps".... blijft mijn mouw achter die
nare spoelknop hangen, Poeps, is nu oeps geworden, ik heb per ongeluk
de P doorgespoeld, jammer van het werk, het is gedeeltelijk mislukt!
Waarom had ik ook niet even vooraf mijn overhemd uitgetrokken? Met wat
ambachtelijk werk kan ik er misschien nog soep van maken, of poes! Uiteindelijk
na wat geklungel, want dat is het nu, besluit ik alles maar weg te spoelen
en het over vier of vijf dagen nog eens te proberen. Toch wel opgelucht
en fit stap ik met een zeker ongenoegen het kleine kamertje uit en besluit
de volgende keer de mouwen op te rollen. Een ezel stoot zich geen twee
maal aan de zelfde steen! Toe ik deze gedachten even overdacht wist
ik niet meer wat ik de volgende keer het beste kon doen, toch maar de
mouwen niet oprollen dan?
Toe ik de buitendeur uitliep, die door mijn haast nog steeds open stond
keek ik naar het groen van de bomen, maar niet lang, want er stopte
een auto voor de ingang met gierende remmen.
Het waren mijn vrienden die ik uitgenodigd had om mee te gaan kijken
naar een groep van zes stoplichten op een kruising die last hadden van
een kapotte chip en daarom door een Agent tijdelijk met de hand bediend
zou worden. Dat is een buitenkansje. Het was niet heel ver met de auto,
kost niet veel,
het is meestal gratis, maar voor alle zekerheid keek ik of ik nog tachtig
euro in de tas had.
Thl 20720101313Auteursrechten voorbehouden
volgens de wet.