De bolbliksem Kort SF verhaal door
Theo Thl
Hoofdstuk: 1
In de warme zomer van het jaar 1954 in Tilburg, een middelgrote stad
in het hart van Brabant, gelegen tussen de heidevelden en weilanden
met kabbelende beekjes, woonde een jongeman genaamd Theo. Aan de noordkant
van de stad, langs een smal, veel bevaren kanaal met een jaagpad,
waarlangs korenvelden lagen met geurige en bloeiende onkruiden, stond
het huis van Theo's ouders waar hij woonde. Theo had een brede interesse
in alles wat hij zag. Vanaf de vijfde klas bracht hij veel tijd door
in de bibliotheek van de school, waar hij altijd op zoek was naar
nieuwe boeken om mee naar huis te nemen. Hij hield van avontuur en
techniek, en zijn favoriete boeken waren "Het geheimzinnige vliegtuig",
"De dodende straal", later in de achtste klas: "Van barnsteen naar
kernchemie" en " Kometen en Vallende sterren" van Dr. de Groot. Fanatiek
studeerde hij in zijn vrijetijd Elektronica dat was iets dat een bijzondere
aantrekkingskracht op hem had. Met deze boeken en lessen in zijn tas
ging hij vaak naar huis, klaar voor nieuwe ontdekkingen.
Theo hield ook veel van bloemen zaaien en kweken. Achter het huis
van zijn ouders had hij een prachtige tuin aangelegd. Op een zonnige
Woensdag, laat in de middag, wilde Theo zijn bloemen water geven,
want de grond was heel droog; het had al een hele tijd niet geregend.
Hij keek naar de lucht en zag dat zich dreigende stapelwolken vormden.
Toen hij het deksel van de regenwaterput opende en de gieter had gepakt,
stond hij te twijfelen. Zou het toch niet gaan regenen, vroeg hij
zich af.
Plotseling viel er een fel licht op de binnenplaats, gevolgd door
een krakende donderslag die oorverdovend was. Theo zag een vurige,
blauwachtige lichtstreep voor hem langsgaan die zich oprolde en als
een grote vuurbal in de waterput plonsde met luid gesis. Een waterdampwolk
steeg sissend op uit de regenwaterput. Zijn moeder, die voor het tuindeurraam
stond, had toegekeken en zag Theo in de schuur verdwijnen. Ze was
gerustgesteld.
Theo keek in de put en zag een ding dat leek op een rugbybal liggen.
Hij ging zijn schepnet in de schuur halen om de bal eruit te vissen.
Hij keek opnieuw in de put en zag dat de bal grijs was en bestond
uit verschillende aan elkaar gestikte lappen. Dat had niets te maken
met die vuurbal, dacht hij. Hij schepte de bal op en nam hem uit het
net. De bal voelde licht aan en was akelig koud, terwijl hij dacht
dat hij nog warm zou zijn.
Theo legde de ovale bal neer. De bal rolde een beetje om en er kwamen
vier stokjes onderuit zodat hij een paar centimeter boven de grond
kwam. Een lapje aan Theo's kant van de bal ging naar beneden. Een
helder licht dat van binnenuit scheen, verlichtte twee hele kleine
popjes die eruit kwamen. Ze duwden een klein kistje over de afloop.
Het kistje werd neergezet voor Theo's voeten en... het werd groter
en groeide uit tot een op een telefooncel lijkende kast. Theo, nieuwsgierig,
opende de deur en ging erin kijken. De deur sloot meteen en na een
paar seconden begon de telefooncel te krimpen. Ze werd weer het kleine
blokje van ongeveer een kubieke centimeter. De popjes duwde het in
de rugbybal en de valdeur sloot zich. Het volgende moment vloog de
bal de lucht in, werd tot een grote lichtende zon die een bocht beschreef,
snel kleiner werd en dan plotseling geheel verdween van de hemel.
Ook ditmaal had moeder Corrie alles gezien door
het tuindeurraam. Hevig geschrokken stormde ze naar buiten, maar er
was geen spoor meer van Theo te zien. Wanhopig liep ze naar het dichtstbijzijnde
politiebureau. Geheel over haar toeren wilde ze haar verhaal vertellen,
maar ze bleef in haar woorden steken. Een goedaardige politieagent
die achter zijn typemachine zat, zei: "Rustig, rustig maar mevrouwtje,
ga daar eerst maar eens rustig zitten." Hij bood haar een stoel aan.
"Vertel nu maar eens rustig wat er gebeurd is," zei de politieagente
die naast haar was komen staan. Moeder Corrie werd rustiger en vertelde
haar hele verhaal aan de agenten. De vriendelijke dikke agent achter
de typemachine had duidelijk moeite om zich goed te houden en kon
een lach amper bedwingen. "Hebt u gedronken, mevrouw?" vroeg hij.
"Helemaal niet," zei Corrie. "Misschien een bezoekje aan een coffeeshop?"
"Nee," zei Corrie kortaf, omdat ze een beetje boos begon te worden.
"Dus als ik het goed begrijp, stond uw zoon buiten in een onweersbui,
zag een vuurbal in de waterput rollen, haalde er met zijn schepnet
een rugbybal uit, die kreeg pootjes! Er kwamen twee popjes uit met
een klein kistje. Dat werd een telefooncel waar je zoon inging. Dat
werd weer een pakketje van een kubieke centimeter wat ze in de rugbybal
duwden. De deur ging dicht, om daarna met grote snelheid de lucht
in te vliegen. Het werd een zon die een bocht maakte, snel kleiner
werd en dan plotseling verdween." De agent slaakte een kreet van het
lachen, sloeg de spatiehandel van zijn typemachine en klapte met een
schokkende dikke buik dubbel van het lachen. De agente naast Corrie
kreeg het benauwd van het lachen en stond te dribbelen in een plasje
water dat steeds groter werd tussen haar naaldhak schoentjes.
Moeder Corrie, gloeide van kwaadheid, pakte haar
tasje van het bureau, liep de deur uit en gooide deze met een daverende
klap dicht. "Ik had het kunnen weten," dacht ze treurig en zich heel
ongelukkig voelend ging ze huiswaarts. Moeder Corrie liep met snelle
passen terug naar huis, haar gedachten een wirwar van zorgen en ongeloof.
Hoe kon ze de politie overtuigen van wat ze had gezien? Ze voelde
zich machteloos en alleen. Toen ze thuis aankwam, zag ze dat de tuin
er nog precies zo uitzag als toen ze vertrok ze was, behalve dat Theo
nergens te bekennen was, ze was niet zot dus. Ze ging naar binnen
en probeerde zichzelf te kalmeren met een kopkruidenthee, maar haar
gedachten bleven bij haar verdwenen zoon.
Hoofdstuk: 2
Ontmoeting In een ruimteschip. Theo keek rond in de nep telefooncel
waar hij ingestapte uit nieuwsgierigheid, maar hij zag helemaal niets
bijzonders het was een kleine lege ruimte. Enigzins teleurgesteld
opende hij de deur en stapte er weer uit zonder enig besef wat er
gebeurd was met hem. Verbaast keek Theo in een ruimte waar twee jongemannen
van ongeveer zijn leeftijd aan een tafel zaten te praten, hij verstond
er niets van en dacht even dat hij droomde. Tegenover hem aan de want
hingen spiegels in lijsten versiert met kleurige knopjes. Ze hadden
allen een spiegelbeeld, maar niet dat van de jongemannen aan tafel,
die in een voor hem onbegrijpelijke taal zaten te brabbelen. De middelste
spiegel, de grootste was glanzend zwart, helder witten stippen zoals
je die wel eens ziet als je van je stokje gaat, weken uit- elkaar
op het scherm om door nieuwe vervangen te worden Tot ze verkleurden
in strepende kleurvlekken, rondcirkelt in tunnelvorm en dan zag hij
alles zwart worden op het scherm, niets meer te zien. Heel onduidelijk
zag Theo nu de jonge mannen aan de tafel en zichzelf bij de kastdeur,
waar hij zojuist uitkwam zwak weerspiegelen. Een van de jonge mannen
kwam naar hem toe en wees naar een stoel.
Theo begreep het en ging in de comfortabele draaistoel zitten die
hem werd aangewezen. De jongeman ging in een soortgelijke stoel zitten
en zette een vreemd kroontje op zijn hoofd dat bestond uit een band
met daartussen tientallen glimmende en gekleurde draden kriskras over
elkaar gespannen op diverse hoogstens. Hij wees naar mij en deed het
gebaar om dat ook te doen. Ik begreep het en zette het ding dat boven
aan de stoel hing op mijn hoofd. De andere jongeman liep naar de rechter
spiegel kwam aan een knopje en er verscheen een levensechte afbeelding
van een uit tweedelen bestaande gekronkelde hersen lob, ze bewoog
een beetje alsof ze leefde. De jongeman raakte weer een knopje aan
en er verscheen een tweede hersen lob die geen verdeling had in het
midden. Daarna zette hij zijn vinger op de dubbele hersen lob en Theo
zag dat hij boven de andere geschoven werd alsof er een kopie afkwam,
die iets heen en weer schoof totdat er tussen de twee lobben een soort
spinnenweb ontstond met lichtende punten erin. Toen dat ophield doofde
de jongeman de spiegel. De jongeman tegen over Theo zette het kroontje
af en zei: "Dag Theo welkom aan boord van ons ruimteschip, ik heet
Nikel en mijn collega daar heet Platin". "Aangenaam kennis te maken"
zei Theo geheel verrast. "Hoe weet je mijn naam en kun je zo plotseling
zuiver Nederlands spreken"? We zullen bij het beging beginnen antwoorde
Nikel. Toen je in de tuin in de "telefooncel" stapte en de deur achter
je sloot was je in onze automatische Nanocompressor gestapt. Je lichaam
bestaande uit grote levende moleculen werd omgezet in geordende atomen
die alle informatie van je lichaamsbouw en je intelligentie kwaliteiten
bevatte. Van een edelmetaal dat atomair slechts langzaam vervalt werd
een Nanorobot gecomprimeerd die alle functies van je stoffelijke lichaam
had en was voorzien van een half grof stof projector die je eigen
lichaam kon projecteren, zonder dat die in wezen plaats in nam. Wij
zelf kunnen alle vormen aannemen die wij wensen en hadden in dit geval
voor de vorm van een popje gekozen. " Dat is moeilijk te geloven"
zei Theo: "zou je dat ook kunnen demonstreren, zodat ik niet hoef
te geloven" ja zeker" zei Nikel "let goed op, Theo voelde de omgeving
warm en koud worden. Op de plaats waar Nikel gestaan had stond nu
het popje, zoals dat uit de Rugbybal was gekomen. Het zei" mag ik
de informatie gebruiken uit je persoonlijk geheugen"? " Ja hoor" zei
Theo spontaan. Theo kreeg het weer warm en koud en op de plaats van
het popje stond nu zijn zus Dora. Ze knipoogde en vroeg of hij zijn
huiswerk al klaar had. Theo's mond viel nu open van verbazing. Daar
stond zijn zus levendig voor hem, met haar stem! Een zelfgemaakt kralensnoertje
om haar hals en met haar glanzende goudblonde pijpenkrullen.
Theo voelde het weer warmte en koude en daar stond
Nikel weer voor hem. "Ik denk dat je het nu niet meer hoeft te geloven
je kreeg het wel warm en koud zoals je merkte. Tijdens de projecties
wordt energie uitgestoten en opgenomen In de vorm van warmte bij de
opbouw, dat maakt de omgeving koeler. Bij de afbraak van de projectie
komt energie vrij in de vorm van warmte." We hervatten nu ons vorige
onderwerp! Je wezenlijke kern, (zo groot dat een loep nodig is om
hem te kunnen zien) werd zo groot als de onze is en kon dus gemakkelijk
in een kubieke centimeter ruimte in het ruimtevaartuig worden geduwd
door ons. We sloten de valdeur en vlogen weg. Toen je de deur van
je cabine opende en de grote spiegel zag met lichtpunten en een draaikolk
van kleuren, was je juist getuigen van de versnelling van ons ruimteschip
dat de licht barrière naderde.
De spiegel werd daarna donker en gaf enkel nog een vage afbeelding
van Platin mij en de omgeving weer. De mensen op jouw planeet die
de hemel observeren op dat moment zagen een kleine lichtflits in de
vorm van een lichtende ronde vlek die zich supersnel verplaatst en
dan plotseling verdwijnt. Dit is het effect dat je kunt vergelijken
met een vliegtuig dat overkomt vliegen en door de geluidsbarrière
gaat. Het geeft een oorverdovende knal, en dat overal, waar oren zijn
in de vliegrichting op dat moment. Dus op vele plaatsen een knal.
Dan is het vliegtuig al even voorbij. De lichtende ronde vlek wordt
vaak geïnterpreteerd met UFO of "vliegende schotel" Waarmee "buitenaardsen"
de aarde zouden bezoeken. "Geweldig om dat te horen Nikel, eerlijk
gezegd geloofde ik dat ook wel een beetje" Met deze uitleg is het
mij een stuk duidelijker wat men ziet bij zo een lichtverschijnsel"
"Mooi" zei Nikel en ging verder met zijn uitleg.
We hebben je eigenlijk ontvoerd, omdat we weten
dat je avontuurlijk van aard bent en de eigenschap hebt om praktie's
alle technische problemen op te lossen. We weten dat je iets van onze
voorvaderen hebt die ons geconstrueerd hebben naar hun beeld en gelijkenis.
Maar we zijn en blijven robots met een beperkt geheugen waar wij uit
putten. Het dynamische verstand van een levend wezen hebben wij helaas
niet en kunnen alleen putten uit hetgeen we meekregen aan kennis van
onze vaderen. Zij zijn als groot-moleculaire wezens in de natuur ontstaan
en uitgestorven doordat ze de grondstoffen van hun wereld geheel verbruikten
om zich als Nano robot te kunnen laten manifesteren. In de vorm van
Nanorobot konden zij het hele heelal door reizen, omdat ze geen last
meer hadden van zwaartekracht effecten op hun lichaam konden ze met
bijna lichtsnelheid vliegen en vele half beschavingen helpen noodzakelijke
kennis bijbrengen.
Tegenwoordig is onze planeet weer hersteld en bewoond met vele soorten
natuurlijke levende wezens op het menselijke soort na. We hebben nu
een ander probleem waarmee jij ons misschien zou kunnen helpen, maar
dat zul je nog wel zien als je op onze planeet Luminia aan komt. Luminia
ligt in een zonnestelsel dat 8,5 lichtjaren van de aarde verwijderd
ligt in de richting van het sterrenbeeld dat jullie “De Grote Hond”
noemen bekend om zijn heldere ster Sirius. Maak je niet ongerust,
want we gaan zo meteen slapen en als je ontwaakt de andere dag zullen
we in Luminia aangekomen zijn. Een probleem blijft echter als je weer
terug bent en thuiskomt na je avontuur zul je een aarde terugvinden
waar alles ruim 17 jaar ouder is geworden, terwijl je zelf slechts
enkele maanden ouder zult zijn. "Heb mooie dromen Theo en tot morgen
in Luminia".
Hoofdstuk: 3
De bestemming Ondertussen bevond Theo zich in een compleet andere
wereld. Het ruimteschip had hem getransporteerd naar een plek die
hij zich nauwelijks kon voorstellen, acht-en-een-half lichtjaar ver
van de aarde verwijderd. Hij stapte uit de opening van het ruimtetuig
en stond midden in een weelderig landschap, omringd door vreemde planten
en bomen die in alle kleuren van de regenboog bloeiden. De lucht was
helder en had een zachte, rose tint. Theo keek om zich heen en zag
de twee jonge mannen Nikel en Platin die hem hierheen hadden gebracht.
Ze stonden naast hem en glimlachten vriendelijk. "Welkom, Theo," zei
Nikel met een hoge, melodieuze stem. "We hebben je hierheen gebracht
omdat we je hulp nodig hebben." Theo knipperde met zijn ogen was even
verward en had het gevoel dat hij een van zijn meest vreemde dromen
had. Waar was zijn bed? Wanneer was hij opgestaan? "Waar ben ik?"
vroeg hij. "En wie zijn jullie?" "Je bent in de wereld van Luminia,"
antwoordde Nikel. "Wij zijn de Luminiërs, en we hebben je nodig om
onze wereld te redden." langzaam begon het tot Theo door te dringen
wat hij de vorige dag had beleefd Nu herkende hij de jongeman die
hem gisteren een en ander had uitgelegd het was Nikel! Overweldigd,
maar ook nieuwsgierig vroeg hij "Wat kan ik doen om te helpen?".
De Luminiërs legden hem uit dat hun wereld werd bedreigd door een
mysterieuze storing die de energie van hun zon verloren liet gaan.
Zonder de kracht omzetting van de zonne-energie zou hun wereld sterven.
Ze hadden gehoord van Theo's interesse in techniek en avontuur en
geloofden dat hij de sleutel kon zijn om hun wereld te redden. Theo
voelde een golf van vastberadenheid door zich heen gaan. "Ik zal doen
wat ik kan om te helpen," zei hij.
De twee Luminiërs leidde Theo naar een groot, glinsterend paleis in
het midden van hun wereld. Binnenin het paleis bevond zich een enorme
machine die de energie van de zon verzamelde en verspreidde over de
hele wereld. Maar de machine was beschadigd en werkte niet meer zoals
het hoorde. Theo bestudeerde de machine gegevens zorgvuldig en begon
te begrijpen hoe het werkte. Hij gebruikte zijn kennis van techniek
uit de boeken die hij had gelezen en zijn intuïtie om een plan te
bedenken om de machine te repareren. Het was een ingewikkelde klus,
maar Theo was vastbesloten om te slagen.
Na uren van hard werken, met de hulp van de toelichting der Luminiërs,
slaagde Theo erin om de machine weer aan de praat te krijgen. De machine
begon weer te converteren met volle kracht en de wereld van Luminia
werd opnieuw gevuld met licht en warmte. De Luminiërs juichten en
bedankten Theo uitbundig. "Je hebt het gered," zei een van de Lumini.
"We zullen dit nooit vergeten."
Theo glimlachte en voelde zich trots op wat hij had bereikt. Maar
hij wist dat het tijd was om terug te keren naar zijn eigen wereld.
Nikel en Platin brachten Theo naar de ruimtevlieghaven en zeiden hem
vaarwel. Hij stapte in het ruimtevaartuig dat hij als geschenk meekreeg
uit dankbaarheid. Achter hem sloot de valdeur automatisch Hij keek
in de hoofdspiegel en zag even later de wereld van Luminia onder zich
uitvallen zonder enig gevoel van vallen te ervaren. Het licht roze
van de planeet vervaagde en werd ingenomen door diepzwart met heldere
sterren die voorbij snelden en in een draaiende kolk van kleuren vervaagden.
Wat bleef was een matte spiegeling van hem zelf. De lichtsnelheid
was bijna berijkt. Rustig begaf hij zich in zijn slaapcabine en sliep
in.
Als in de tijd van een oogwenk bevond hij zich weer in zijn eigen
tuin, precies op de plek waar hij was verdwenen. Zijn moeder, die
in de keuken bezig was, hoorde een geluid en keek op. Ze rende naar
buiten en zag Theo staan, ongedeerd maar als jongentje van veertien
jaar, met een glinstering van avontuur in zijn ogen. Ze was ontroerd
en zonder dat te tonen zei ze "Ik heb zeventien jaar naar je uitgekeken,
elk jaar weer rond dezelfde tijd dat je verdween was. Theo zag dat
ze tranen in de ogen kreeg. Haar eens zo mooi zwartglanzend haar was
vergrijst en rimpels doorgroefde haar eens zo gaaf gelaat Corrie wilde
hem omhelzen maar dat zat niet in de aard van haar familie.
Op dat moment ging de tuinpoort piepend open. Een vriendelijke jonge
vrouw van rond de dertig met een dochter aan de hand kwam de tuin
in. Ze keek verwonderd naar Theo en zei; "lieve hemel Theo waar kom
jij vandaan ben je op school opgehouden? Ook zijn moeder vroeg wat
er was gebeurd en waarom hij geen enkel teken van leven had gegeven
in al die jaren. Theo vertelde hun het hele verhaal, en hoewel het
ongelooflijk klonk, geloofden zijn moeder en zus Dora dat hij de waarheid
sprak. Ze waren opgelucht en trots op Theo, maar lieten niets blijken.
Theo wist niet beter, dit was zijn moeder en zijn zuster uiterlijk
heel koel en vastberaden, maar vol liefde vanbinnen. Toen ze bijgepraat
waren en Dora haar dochtertje Lisa met haar mooie goudblonde haren
had voorgesteld zei die verbaast; "Is die jongen een Oom van mij?"
"Ja" zei Dora lachend, "Die schooljongen is je oom Theo" Ze gingen
samen naar binnen iets te drinken maken. In gedachten liep Theo naar
wat eens zijn tuintje was. Er was niets van over dan een wildernis
met midden daarin een verwaarloosde oude appelboom die ondanks dat
nog vele appels droeg, Hij had een appelkroos de dag voor zijn verdwijning
achteloos in de tuin geworpen.
Vanaf die dag wist Theo dat er meer in de wereld was dan hij ooit
had kunnen dromen, altijd met de wetenschap dat hij een andere wereld
had ontdekt en er had kunnen helpen. Als jongentje van veertien ging
hij vrolijk verder door het leven, gepassioneerd door techniek en
avonturen dankzei de Luminiërs.
Hoofdstuk: 4
Terugkeer naar Luminia en Nieuwe Ontdekkingen
Theo had zijn avonturen op Luminia nooit vergeten. De herinneringen
aan de kleurrijke landschappen, de vriendelijke Luminiërs en de ongelooflijke
technologieën die hij daar had gezien, bleven hem altijd bij. Na zijn
terugkeer naar de aarde had hij vaak nagedacht over de mogelijkheden
om de kennis en technologieën van Luminia te gebruiken om de vervoers-
problemen op aarde op te lossen.
Ook vandaag weer was Theo bezig in zijn werkkamer die langs alle muren
volstond met meetinstrumenten en gestapelde dozen met elektronica
onderdelen en boeken. Er stond ook een jukebox die hij even aanzette.
Hij toetste een letter en cijfer in van een geliefd muzieknummer.
Even liet deze de mooie klank horen met diepe bastonen om daarna prompt
hard te gaan brommen. Verstoort zette hij de box af en deed hem open.
De versterker werd ontkoppeld en er uitgehaald. Hier liet vast en
zeker een condensator het afweten. Na wat meten bleek het de stuurtransistor
van de eindtrap te zijn die een defect had. Theo zocht even in een
van de dozen en vond een geschikt exemplaar hij verving de transistor,
bouwde de versterker weer in en genoot van de muziek die hij gewild
had. "My old home on Luminia". Dan ging hij verder met het bouwen
van een nieuwe 60 watt versterker die al aardig begon op te schieten.
Zo vermaakte Theo zich met het maken en of repareren van Oude radio's,
grammofoons, bandopnemers en wat er maar te vinden was. Op Zaterdag
ging hij repareren voor een liefdadigheidsinstelling die van allerlei
apparaten kregen om te recupereren. Ze werden verkocht voor een klein
prijsje aan mensen die geen nieuw konden betalen. Het was Theo die
alles weer gratis tot leven bracht, dat wil zeggen bijna alles, het
moest wel de moeite waard zijn vond hij. Als beloning kreeg hij dan
ooit antieke meters en de meest vreemde apparaten die weggegooid werden
die hij bestudeerde en repareerden om bij zijn andere "schatten" te
bewaren en zo gingen enkele jaren snel voorbij.
Op een dag, jaren na zijn eerste avontuur op Luminia, besloot Theo
dat het tijd was om er terug te keren. Luminia was immers een aparte
planeet, bijna net als onze zon had hun zon Vijf vaste planeten, met
daarachter vier gasreuzen en een vast dwergplaneetje voor zover hij
wist. Bij ons zonnestelselstelsel is de vijfde "vaste planeet" echter
een ring van ruimtepuin waarvan stukken zo groot als een maantje en
grof stof van een heel langgeleden grotere planeet, groter dan de
aarde die net zo mooi was als Luminia geëxplodeerd door experimenten
diep in de bodem door de toenmalige bewoners.
De huidige astronomen beweren dat het ruimtepuin in de asteroïdengordel
zich had moeten omvormen tot een planeet zoals de andere vaste planeten
van het zonnestelsel hadden gedaan in het beging toen de oerzon en
zijn planetengevormd werden uit een waterstofwolk. Ik heb het niet
zien gebeuren, maar ik denk dat de vaste planeten zijn uitgestoten
uit onze oerzon in het begin toen de gasreuzen zich samentrokken uit
de zelfde waterstofgaswolk, maar niet voldoende massa hadden om tot
kernfusie over te gaan zoals de zon. Of zijn het mogelijk reeds uitgedoofde
zonnen, gezien de ongelooflijke hoeveelheid manen die nu om hun heen
wentelen, waarvan er zelfs enkelen groter is dan onze planeet Mercurius.
Hij hield op met mogelijkheden bedenken voor een nieuwe hypothese
van het ontstaan van ons zonnestelsel. Ook die waterstof wolk in het
begin van de vorming leek hem oneigenlijk! Wat doet waterstofgas in
een omgeving met het absolute nulpunt van 273°C in de ruimte? Verstart
dat niet meteen? In plaats van rond te gaan wentelen en samen te trekken.
IK denk dat we met zijn allen nog maar eens stevig moeten nadenken
over het gebeurde!
Hij wist het niet en dacht terug aan Luminia en zijn fantastische
tijd die hij daar had doorgebracht. Hij wist dat de Luminiërs hem
zouden verwelkomen en dat er nog veel te ontdekken viel. Met een vastberaden
blik in de ogen projecteerde hij zijn ruimteschip in de tuin dat hij
als cadeau van de Luminiërs had meegekregen als dank voor zijn hulp.
En stapte in de mysterieuze compressiecel die van het valluik naar
beneden was gekomen in de vorm van een klein doosje en de vorm aan
nam van een telefooncel. De deur sloot zich achter hem en in een oogwenk
bevond hij zich in het ruimteschip en na een verkwikkende slaap weer
op Luminia.
Nikel en Platin stonden hem al op te wachten. "Welkom terug, Theo,"
zei Nikel met een glimlach. "Wij hebben je gemist." Theo glimlachte
terug. "Ik ben blij om terug te zijn. Er is zoveel dat ik wil leren
en delen met de aarde." De Luminiërs leidde Theo naar een groot laboratorium
in het hart van hun technische wereld. Hier waren vroeger de meest
geavanceerde technologieën ontwikkeld, en Theo was vastbesloten om
alles te leren wat maar mogelijk was. Een van de meest fascinerende
ontdekkingen die hij deed, was een apparaat dat gebruik maakte van
zwaartekracht om transportproblemen op te lossen.
Hoofdstuk: 5
De Gravitron Transporter
De vaderen van de Luminiërs hadden een apparaat ontwikkeld dat ze
de "Gravitron Transporter" noemden. Dit apparaat kon de zwaartekracht
manipuleren om objecten en mensen te verplaatsen zonder gebruik te
maken van traditionele brandstoffen of energiebronnen. Het werkte
door de zwaartekrachtgolven rondom een object te versterken of te
verzwakken en kon in de half-grof-stof projector ingebouwd worden,
waardoor elk object dat geprojecteerd werd kon zweven en zich met
hoge snelheid kon verplaatsen. Theo was gefascineerd door de mogelijkheden
van de Gravitron Transporter. Hij zag meteen het potentieel om deze
technologie te gebruiken om de transportproblemen op aarde op te lossen.
Geen files meer, geen vervuilende voertuigen, en geen afhankelijkheid
van fossiele brandstoffen. De zwaartekracht was overal aanwezig en
gratis te gebruiken. Terugkeer naar de Aarde
Met de hulp van Nikel en Platin slaagde Theo erin
om een prototype van de Gravitron Transporter te bouwen die in elk
willekeurig voorwerp kon worden ingebouwd. Doordat deze in een Nano
uitvoering was kon hij meegenomen worden naar de Aarde. Natuurlijk
had hij zichzelf niet vergeten en er een aan zijn eigen Half-grof-stof
projector toegevoegd. Als proef zweefde hij boven de glooiende heuvels
van Luminia en al zwevende kon hij zelf zijn gedaante verwisselen
en op een boomtak als sperwer de omgeving waarnemen. Daarna vloog
hij naar het ruimtevaart platform en stapte in zijn ruimtevaartuig.
Toen hij weer in zijn tuin stond, voelde hij een golf van opwinding
en kou van de transformatie. Dit was het begin van een nieuwe era
van technologische vooruitgang voor de mens. Een nieuwe tijd brak
aan voor een gezonder en nog sneller mensenras. Theo presenteerde
de Gravitron Transporter aan wetenschappers en ingenieurs over de
hele wereld. In het begin waren er veel sceptici, maar na demonstraties
en tests met een vervoersysteem met gravitron aandrijving rond de
eerste ronde stad op aarde met een doorsnede van drie kilometer werd
al snel duidelijk dat deze technologie de toekomst van transport kon
veranderen.
Steden begonnen te investeren in Gravitron Transsporters, en binnen
enkele jaren waren de wegen leeg en verdwenen onder boom en struik
de lucht werd schoon voetgangers en fietsers konden weer profiteren
van een heerlijk fris buiten- klimaat. Men kon de ramen weer openzetten
voor frisse lucht binnen en kinderen hadden het rijk alleen in de
ruime tuinen en voetpaden die naar lieflijke badplaatsen leidde waar
de waterfiets op je wachtte in de volle natuur tussen zwanen en eendjes.
Dankzij Theo's ontdekkingen op Luminia en zijn vastberadenheid om
deze kennis te delen, veranderde de wereld snel. Transport werd efficiënter,
milieuvriendelijker en toegankelijker voor iedereen. Theo werd een
bekend figuur, niet alleen vanwege zijn avonturen, maar ook vanwege
zijn visie en inzet om de wereld een betere toekomst te bieden waarin
men gezond kan leven. En zo leefde Theo verder, nog steeds op zoek
naar nieuwe avonturen en ontdekkingen, met de wetenschap dat hij de
kracht had om de wereld te veranderen, met één enkele technologie.
Hij lachte stralend en had nog altijd zijn jongensachtig figuurtje
en het geheim dat hij af en toe vanaf een tak in een boom als sperwer
het stadsgewoel kon overzien dankzij de Luminiërs.
Oorlogsdreiging op Luminia
Hoofdstuk: 6
In een ver verwijderd zonnestelsel van de aarde in het sterrenbeeld
De Grote Hond, ligt de planeet Luminia. Een wereld vol technologische
wonderen en prachtige landschappen onder zijn lichtroze hemel. De
inwoners van Luminia, bekend als de Luminiërs, leefden in vrede en
harmonie, beschermd door hun geavanceerde technologieën en wijsheid
van hun voorvaderen weliswaar geïnnoveerd in Nano Robots. Onder hen
waren Nikel en Platin, twee briljante robotwetenschappers die bekend
stonden om hun innovatieve uitvindingen. Op een dag werd de rust van
Luminia verstoord door een onverwachte dreiging. Een vloot van ruimteschepen
uit een zonnestelsel in de Orionnevel naderde hun planeet. Deze aliens,
bekend als de Orioniërs, hadden kwaadaardige bedoelingen bleek uit
de opgevangen berichten van hun hyperresonatiezenders van hun vloot,
door de Luminiërs. Hun Hyperresonatieontvangers hadden de berichten
opgepikt en gedecodeerd. Orioniërs wilden de rijke bronnen van Luminia
plunderen en de planeet onder hun controle brengen.
De Luminiërs waren voorbereid op aanvallen en activeerden hun geavanceerde
wapensystemen. Laserkanonnen, energieschilden en drones werden ingezet
om de vijandelijke schepen te bestrijden ze stuurde een Hyperresonatiebericht
naar Theo dat deze na enkele ogenblikken al binnenkreeg. Hij zag de
ernst van het gevaar in en vertrok onmiddellijk naar Luminia. Tot
hun schrik ontdekten Luminiaanse verkenners die tot op korte afstand
van de vijandelijke vloot genaderd waren, op een afstand van acht
lichtjaren van Luminia, dat hun wapens niet effectief waren tegen
de technologie van de Orioniërs. De vijandelijke schepen waren uitgerust
met onbekende energieschermen die de aanvallen van de Luminiërs afweerden.
De krachtige lazerstralen van hun kanonnen werden eenvoudigweg afgebogen
en verdwenen in de ruimte. Een van hun verkenningsschepen werd zelfs
zwaar beschadigd door de vijandelijke vloot. Zich onzichtbaar maken
was voorlopig de enige oplossing voor de Luminiaanse verkenners. Het
verlies van een ruimteschip, opgevangen technische gegevens en de
benarde situatie werd doorgegeven aan het thuisfront.
Nikel en Platin werkten dag en nacht om een oplossing te vinden. Ze
analyseerden de technologie van de Orioniërs en probeerden nieuwe
wapens te ontwikkelen. Maar elke poging leek te falen. De situatie
werd steeds nijpender en de Luminiërs begonnen de hoop te verliezen.
Op een avond, terwijl Nikel en Platin in hun laboratorium werkten,
stond daar plotseling Theo. Ze verheugden zich hun oude vriend weer
te zien. Jaren geleden hadden ze Theo, een briljante vernufteling
van de aarde, ontvoerd naar Luminia om hen te helpen met een technisch
probleem. Theo had hen toen geholpen en was uiteindelijk teruggekeerd
naar de aarde. Nikel en Platin hadden al een hele tijd geleden contact
opgenomen met Theo. Nu was hij er en werd hij hartelijk verwelkomd
door Nikel en Platin. Ze brachten hem snel op de hoogte van de situatie
en lieten hem de technologie van de Orioniërs zien die ze verzameld
hadden. Theo bestudeerde de gegevens zorgvuldig en begon een plan
uit te werken. "De technologie van de Orioniërs is gebaseerd op een
onbekende energiebron," zei Theo. "We moeten een manier vinden om
deze energiebron te neutraliseren of op zijn minst te doorbreken."
Samen met Nikel en Platin begon Theo aan een nieuw wapen te werken.
Theo bedacht dat het energieveld doorbroken kon worden door er eenvoudigweg
een gat in te zuigen waardoor zich een bom in het ruimteschip kon
zuigen en tot ontploffing kon worden gebracht.
Na wat experimenten en berekeningen met behulp van de KI. Machine
kwam de oplossing al gauw. De gravitron was makkelijk te oversturen
waardoor een minizwartgat kan ontstaan onder gebruik van enorm veel
energie dat vanuit een externe bron onttrokken kon worden en waardoor
de zwaartekracht van het minizwartgat toeneemt. De voedingsbron was
aanwezig, daarvoor zou het energieveld van vijandelijke ruimteschip
gebruikt kunnen worden. Theo noemde zijn vinding "Gravitabom". Het
scenario zou als volgt zijn; De bom eenmaal gelanceerd naar een ruimteschip
met een ondoordringbaar energieveld zou bij nadering het energieveld
laten golven om daarna een trechtervormige hoos te vormen van energie
die door het mini zwartgat werd opgezogen voor zelfgebruik. Door de
natuurwet actie geeft reactie zal de bom door het gat in de energiehoos
vallen en de wand van het ruimteschip plaatselijk opzuigen om even
later binnen tot explosie te komen. Zo werd een nieuwe uitvinding
van de aarde met die van Luminia Gecombineerd. Samen creëerden ze
een wapen op die basis dat de energievelden van de Orioniërs kon doorboren.
Het was een race tegen de klok, maar enkele maanden later was het
wapen klaar en in voldoende mate aanwezig.
De Luminiërs verzamelden hun verkennersvloot en bereidde zich voor
op een laatste aanval. Met het nieuwe wapen in de lanceerbuizen voerden
ze een gecoördineerde aanval uit op de vijandelijke schepen die Luminia
nu gevaarlijk dicht genaderd waren. De energievelden van de Orioniërs
begonnen te golven er vormde zich lange trechters en even later ontstonden
er met een lichtflits exploderende ministerren. De Luminiërs konden
nu hun wapens effectief gebruiken en de vijandelijke schepen werden
voor het grootste deel vernietigd.
De Orioniërs, die hun technologische superioriteit verloren hadden,
trokken zich terug achternagezeten door de Gravitabommen van de Luminiërs
en verlieten het zonnestelsel van De Grote Hond. Luminia was gered.
De Luminiërs vierden hun overwinning met landelijk grote feestmalen
en muziek met komische muzikanten die zich voorzien hadden van dierenkoppen,
er zat zelfs een olifant die het drumstel deed daveren en een neushoorn
als bassist, terwijl een grote kat viool speelde. De bezoekers die
niet zaten te genieten van het maal en verrukkelijke drankjes waren
aan het dansen. Theo die naast Nikel zat te genieten van drank en
muziek kreeg het er warm en koud. "Zullen we nog eens oefenen de foxtrot
te dansen" zei Dora naast hem. Theo schaterlachte om het grapje van
Nikel. Na afloop ging iedereen weer naar huis. Nikel en Platin bedankten
Theo voor zijn hulp. "Je hebt ons weer eens gered, Theo," zei Nikel.
"We kunnen je niet genoeg bedanken." Theo glimlachte. "Het was een
eer om jullie te helpen. Vriendschap en samenwerking kunnen elke uitdaging
overwinnen." Met een gevoel van voldoening keerde Theo terug naar
de aarde.
Het was een triest welkom, zijn moeder was juist overleden in de respectabele
leeftijd van Negenentachtig jaar. De volgende dag was de uitvaart
die hij nog juist kon meebeleven. Theo was nu een zestienjarig weeskind
geworden, maar wetende dat hij ondanks alles niet voor niets een grote
reis had ondernomen kon hij het verlies van zijn moeder wel verwerken,
al gaf het een toch zekere leegte in zijn leven. Nikel en Platin bleven
achter op Luminia, vastbesloten om hun planeet te beschermen en te
blijven innoveren voor een betere toekomst.Word vervolgd.
Auteursrechten voorbehouden volgens de wet. thl8329924